Gloeilampen 

  • Gloeilampen
  • Kooldraadlampen
  • Goudglaslampen
  • Softtone en flame lampen
  • Daglichtlampen voor kunstenaars

Gloeilampen

Door de uitvinding van de gloeilamp rond 1900, werd het mogelijk om op grote schaal licht te maken met behulp van elektriciteit. Een dunne draad van koolstof of metaal wordt gloeiend heet als er elektriciteit doorheen gevoerd wordt. Net als bij ijzer in het vuur van de smid, wordt de kleur eerst roodgloeiend en daarna witgloeiend. De draad straalt dan licht uit. Gloeilamplicht is dus feitelijk geen 'elektrisch licht', maar licht van gloeiend metaal.

Gloeilamplicht draagt het karakter van zijn technisch-ambachtelijke oorsprong. De sfeer van het licht is in verhouding tot zon- of kaarslicht veel aardser, het is 'huiselijk' en 'gezellig'.

Licht heeft invloed op mensen, ook kunstlicht heeft dat. In het midden van de 20ste eeuw ontwikkelde zich een specifieke kleinburgerlijke huiskamer-cultuur: het hele gezin rond de woonkamertafel, knutselen met kurk, ganzenborden, pinda's doppen op een krant. En boven die tafel hing dan altijd zo'n grote hanglamp die zorgde voor de typische huiskamersfeer...

Zonder speciale maatregelen verbrandt een gloeidraad met een korte flits. Voor verbranding is zuurstof nodig, en dat zit in de lucht. Daarom verpakt men de gloeidraad heel slim in een flesje (de glazen lampenballon) waaruit men met een pompje alle lucht vandaan heeft gehaald. Daardoor kan de draad niet meer verbranden, alleen nog maar gloeiend heet worden.

Gloeiend metaal kan in een omgeving zonder zuurstof weliswaar niet verbranden, maar nog wel verdampen. Hierdoor wordt het gloeidraadje op den duur steeds dunner, tot het op zekere dag breekt. (Het verdampte metaal zie je aan de binnenkant op het glas zitten als een zwarte aanslag.) Om dit verdampen tegen te gaan, wordt de glazen ballon van een gloeilamp gevuld met een mengsel van gassen, argon en stikstof, die dit proces vertragen.

Deze traditionele gloeilampen gebruiken in verhouding tot andere lampen vrij veel stroom. Om rekening te houden met het milieu, mogen ze alleen nog in sterktes tot 40 Watt worden verkocht.

Kooldraadlampen

Bij gloeilampen is de gloeidraad doorgaans gemaakt van het metaal wolfraam. Bij kooldraadlampen bestaat de gloeidraad echter niet uit metaal, maar uit koolstof. Men gebruikt hiervoor de verkoolde vezels van bamboe, omdat die ook in verkoolde toestand hun uitzonderlijk sterke structuur behouden. In de begintijd van de gloeilamp (voor 1900) werd uitsluitend deze kooldraad voor lampen gebruikt.

De gloeiende plantaardige vezel zorgt voor een bijzonder zacht en vriendelijk licht, waardoor kooldraadlampen een aardig alternatief bieden in situaties waar het gebruik van kaarsen niet is toegestaan.

Helaas geven deze lampen verhoudingsgewijs weinig licht, maar ze gaan wel erg lang mee. Bij gewone gloeilampen breekt de gloeidraad na verloop van tijd door verdamping van het metaal. Kooldraad verdampt echter niet en daardoor kunnen deze lampen vele jaren achtereen branden, soms zelfs decennia.

Ze waren te koop onder diverse merknamen, o.a. Philips Classictone, maar worden sinds enkele jaren niet meer geproduceerd. Men kan soms nog een restpartij tegenkomen. Vanwege de lange levensduur kan men ook tweedehands lampen gebruiken.

Goudglaslampen

Dit nieuwe type gloeilamp is ontwikkeld als alternatief voor de niet-economische kooldraadlamp. De goed zichtbare gloeidraad is gemaakt van het gebruikelijke wolfraamcarbide en vaak op een opvallende, decoratieve manier bevestigd. Ook de lamp zelf is vaak decoratief of nostalgisch vormgegeven.

Aan de binnenzijde van het glas is een zeer dun laagje zuiver goud gedampt. Goud dat zo dun is, wordt doorschijnend en heeft een groenige glans. Het licht van deze lamp heeft hierdoor een warm, vol karakter.

Goudglaslampen worden in allerlei vormen geproduceerd, met een schroefvoet voor traditionele grote en kleine fittingen. Er is geen algemeen gebruikte naam voor deze lampen. Iedere fabrikant gebruikt zijn eigen fantasienaam, waarin vaak het woord 'gold' voorkomt.

Softtone en flame lampen

Gloeilampen met gekleurd glas worden verkocht onder merknamen als 'softtone' en 'flame'. Ze zijn bedoeld voor sfeerverlichting. Het effect is afhankelijk van de gebruikte kleurstoffen, en die verschillen per fabrikant.

Het kleurlaagje is op de binnenkant van het glas aangebracht en vaak zijn er suspecte kleur- en reflectiestoffen gebruikt. Zo geven bijvoorbeeld de roze-bruin gekleurde flame lampen een vreemd strak, bruinig licht, dat niettemin als 'gezellig' aangeprezen wordt.

Men kan dit soort lampen het beste eerst uitproberen. Verwar ze overigens niet met de gelijknamige spaar- en ledlampen, die er aan de buitenkant vaak hetzelfde uitzien.

Kooldraad- en goudglas-lampen geven altijd een veel betere kwaliteit gezellig licht.

Daglichtlampen voor kunstenaars

Het is moeilijk om onder kunstlicht kleuren goed te beoordelen. Licht van gloeilampen is namelijk gelig, waardoor gele kleuren witter lijken dan bij daglicht. TL-, spaar- en volspectrumlampen geven onvoorspelbare kleurvervalsingen.

Traditioneel hebben kunstenaars in hun atelier een groot raam op het Noorden, voor veel indirect daglicht. Wie zich met kunstlicht moet behelpen, kan gebruik maken van daglichtlampen. Dat zijn gloeilampen met blauw gekleurd glas dat de overmaat van geel licht compenseert. Ze zijn in iedere lampenwinkel te koop.

Het gebruik van uitsluitend daglichtlampen is echter vaak niet doelmatig. Schrijver dezes heeft goede ervaringen met een zelfgemaakte lichtbak met 5 fittingen. Daarvan kun je er dan twee of drie voorzien van een daglichtlamp en de overige van een gewone gloeilamp. Je kunt ook meer en minder sterke lampen samen gebruiken en zo een exacte mix van licht maken.

NB Deze daglichtlampen hebben niets te maken met de soms als 'daglichtlamp' geadverteerde volspectrumlampen, die hier ook besproken worden.